jouw link hier?
Raadsels en puzzels.
Voor na de herfstwandeling.
In het bos wonen vier kabouters op een rij. De eerste op nummer 2 en de laatste op nummer 8. Op de tweede bladzijde kan je de paddestoelen, namen en leeftijden van de kabouters losknippen. Volg de aanwijzingen en leg alles op de goede plek op de straat.
De kinderen tellen de hoeveelheden van ieder voorwerp en kleuren evenveel blokjes boven de illustratie in de tabel. De aantallen zijn maximaal 10. Waarvan zijn de meeste? En waarvan de minste?
Herfstbladeren onderzoeken.
Het herfstboekje van juf Mloes.
Woordenschat kleurplaat, herfst!
Diverse werkbladen, thema herfst!
Welk plaatje hoort er niet bij...zet daar een streep onder!
Wat hoort niet in het bos thuis? Zet daar een rondje om.
Welk herfstblad is anders?
Welk herfstplaatje is precies hetzelfde?
Hoeveel woordstukjes hoor je?
Waar staan de plaatjes niet van groot naar klein?
Knip de herfstbladeren uit en leg ze van licht naar donker.
Knip de paddenstoelen uit en leg ze op juiste volgorde.
Knip de eikels uit en verdeel ze eerlijk over de 2 eekhoorns.
Welk blad is anders?
Zoek dezelfde herfstblaadjes.
Teken in het eerste hok steeds 1 minder, in het laatste hok 1 meer.
Maak steeds groepjes van ... paraplus.
Herfst, tellen tot 6.
Paddenstoel, tellen tot 6.
Herfst, tellen tot 10.
Kikker en herfst, maak steeds groepjes van 5 herfstblaadjes.
Vul de reeks aan met het goede plaatje!
Minste, meeste, weinig, zonder, dikke, dunne, korte, eerste, laatste.
Knip de blaadjes los en daarna door midden. Zoek de juiste helften weer bij elkaar.
Stempelkleurplaat, woorden boom, tak, egel, blad.
Cijferkleurplaat herfst!
Bosdieren, herten, konijnen, vos, muis en meer!
Mijn herfstbladeren cijferboekje!
Schaduw bij vorm, trek een lijn van het voorwerp naar de juiste schaduw!
Taal en herfst, binnen het thema herfst komen de volgende vaardigheden van het fonemisch bewustzijn aan de orde: Bewustzijn van zinnen en woorden, Bewustzijn van lettergrepen, Rijmen (eindrijm).
Welk van de kabouters is hetzelfde?
Teken het juiste aantal stippen in de paddenstoel!
Tellen tot 5, hoeveel spullen liggen er op de herfsttafel?
Welke blaadjes zijn breed en welke smal?
Welke bezem is lang en welke kort?
Welke kabouter is dik en welke dun?
Knip uit en plak van groot naar klein, Van dun naar dik, Van hoog naar laag, Van kort naar lang, Van breed naar smal!
Welke paddenstoel is hoog en welke laag?
Welke paraplu is groot en welke klein?
Zet een cirkel om de kleinste en een streep onder de grootste paraplu, Zet een cirkel om de dunste en een streep onder de dikste kabouter, Zet een cirkel om de laagste en een streep onder de hoogste paddestoel, Zet een cirkel om de kortste hark en een streep onder de langste hark, Zet een cirkel om het smalste en een streep onder het breedste blaadje!
Zet een rondje om de grootste en daarna om de kleinste herfstvoorwerpen.
Zet een rondje om de langste en daarna om de kortste herfstvoorwerpen.
Plus en min, uitkomst niet groter dan 10, en getallen splitsen!
Welke eikels zijn evengroot...geef die dezelfde kleur!
Tellen tot 10.
Getalbegrip, thema herfst!
Werkboekje, thema herfst.
Werkboekje, thema herfst!
Werkboekje, tellen, de letter e, puzzels, kleuren.
Onderste, bovenste, middelste en derde.
Luister goed en duid het rijmwoord aan.
Geef de eekhoorns steeds evenveel.
Schrijf de juiste woorden achter de plaatjes.
Schrijf de woorden over de lijntjes.
Schrijf de herfstwoorden over de lijnen.
Kleur de letters van de woorden.
Kleur het kortste woord.
Kleur het langste woord.
Kleur steeds de grootste rood en de kleinste blauw.
Kleur steeds dezelfde als vooraan staat.
Knip de blaadjes uit en plak ze op van groot naar klein.
Welke plaatjes horen bij elkaar?
Van regendruppels.
Leg de stukjes goed.
De paddenstoel.
De slak.
De spin.
Kale boom.
Teken er steeds 1 meer.
Teken steeds het juiste aantal blaadjes aan de boom. (1 tot 5)
Teken steeds het juiste aantal blaadjes aan de boom. (1 tot 10)
Meeste, minste, evenveel, veel, weinig.
Zet een streep onder de woorden die rijmen.
Zet steeds een cirkel om het goede aantal.
Zoek de letters van spin, egel, boom en blad.
Telbladen en begrippen.